
Tom wijst op de afwijkende dijbeenbotten, die er mogelijk op wijzen dat het om een nieuwe dinosoort gaat. (Foto: Sander van Kasteren)
(Foto: Sander van Kasteren)Tom ontdekt mogelijk nieuwe dinosoort tijdens stage bij Oertijdmuseum
Boxtel – Het is de droom van heel veel jongetjes en meisjes in de basisschoolleeftijd: een nieuwe dinosoort ontdekken. Voor de 24-jarige Tom van der Linden kan die droom werkelijkheid worden. De stagiair bij het Oertijdmuseum ontdekte min of meer toevallig dat een ‘Diplodocus’ die geprepareerd werd voor het museum misschien wel een onontdekte soort is.
Een beetje beduusd zitten Tom en conservator Jonathan er deze week bij. De toevallige ontdekking, die vorige week via het Brabants Dagblad naar buiten kwam, bracht een enorme mediastorm teweeg. NOS, RTL Nieuws en het Jeugdjournaal kwamen allen al over de vloer. “En dat terwijl het eigenlijk maar een klein klusje was”, grinnikt Tom maandag droogjes.
Dat zit zo: de 24-jarige masterstudent aan de Universiteit van Utrecht kreeg van conservator en stagebegeleider Jonathan Wallaard de opdracht eens uit te zoeken wat voor een Diplodocus er nu eigenlijk in elkaar gezet werd in de dinowerkplaats, zeg maar de ‘puzzelhal’ van het museum. Wallaard legt uit: “Diplodocidae, in de volksmond allen ‘Diplodocus’ genoemd, is eigenlijk een grotere familie bestaand uit zo’n twaalf soorten.” Aan Tom de taak om uit te zoeken om welke soort het ging.
Kenmerken controleren
“Dan loop je met een soort Excel-bestand bepaalde kenmerken na”, vertelt Tom. Dat is lastiger dan het klinkt, want de overblijfselen van de dino zijn incompleet en vaak beschadigd door het meer dan 65 miljoen jaar onder de grond liggen. Bovendien verschillen ook binnen soorten dieren vaak, zoals bijvoorbeeld mannetjes en vrouwtjes, of oudere en jongere dieren.
Tom controleerde de ongeveer honderd kenmerken dan ook keer op keer, maar de conclusie bleef dezelfde: de ‘Diplodocus’ was bij geen enkele bekende dinosoort onder te delen. Wallaard op zijn beurt kon ook geen andere conclusie trekken: “We konden er eigenlijk niet omheen dat dit niet door de individuele variantie komt. Het gaat zeer waarschijnlijk om een nieuwe soort.”
Beide onderzoekers zijn nog voorzichtig omdat de resultaten nog wel gepubliceerd moeten worden. Om Tom een vliegende start in zijn professionele carrière te kunnen geven wordt daar door een team van vijf wetenschappers vaart mee gemaakt. Van de zomer moet de publicatie gereed zijn en wordt dus duidelijk of Tom inderdaad heeft gedaan wat veel jongetjes en meisjes alleen maar kunnen dromen.
Wyoming
Volgens Wallaard is het ‘geluk’ van Tom dat het Oertijdmuseum een vrij complete dino in het bezit heeft. Die liep een dikke 150 miljoen jaar geleden rond in het gebied dat nu de ‘Howe ranch’ in de Amerikaanse staat Wyoming heet.
De vinder van het fossiel, Kirby Siber van het Sauriermuseum Aathal, heeft al enthousiast gereageerd op de mogelijke ontdekking, vermeldt Wallaard. De Zwitserse dino-onderzoeker verkocht de resten van de mogelijk nieuwe soort aan het Boxtelse museum omdat hij ze zelf niet meer tentoon kon stellen. Sterker nog: één van de onderzoekers die ook in het Zwitserse museum werkte, helpt Tom nu mee met zijn publicatie.
Naam nog geheim
Omstreeks maart kan, als het museum dan weer open mag, de mogelijke nieuwe soort door het publiek bekeken worden. Op het informatiebordje bij het ongeveer 17 meter lange skelet zal worden aangeduid dat nog onzeker is om welke soort het gaat. Mogelijk moet dat bordje na de zomer dus aangepast worden met de naam van een nieuwe soort.
Hoe die gaat luiden? Daarover willen Wallaard en Van der Linden zich nog niet uitlaten. “Als dat uitkomt is die niet meer geldig”, aldus de conservator, die het vergelijkt met het geheimhouden van de naam van een toekomstig kind. Gedacht kan worden aan de naam van de opgravers, vindplaats of eigenaren van de grond waar de restanten vandaan komen. “In ieder geval kun je je vondst niet je eigen naam geven. Dat wordt vrijwel altijd afgewezen”, legt Wallaard uit. Ook de ‘Oertijdmuseum-o-saurus’ is ongebruikelijk: merknamen worden in de regel ook niet positief ontvangen.
Tom blikt enkele dagen na de grootste media-aandacht nuchter terug: “Ik moet deze week eigenlijk een flinke opdracht inleveren. Maar die dino ‘even’ een naam geven bleek een veel groter project dan gedacht. Ik heb nu dus veel te veel werk te doen.” Lachend vervolgt de (hopelijk) over een paar maanden afgestudeerde Tom: “Maar het ontdekken van een nieuwe dinosoort zou wel een lekkere start zijn.”
Mogelijk meer vondsten
Op kleinere schaal worden er weliswaar aan de lopende band nieuwe soorten ontdekt dankzij onderzoek in het museumlab, aldus Wallaard: “Ik schat wel ongeveer 100 tot 150.” Maar daarbij gaat het voornamelijk om kleinere dieren, zoals krabben.
De ontdekking van een nieuwe dinosoort op Nederlandse bodem zou echter uniek zijn. Vandaar ook de massale media-aandacht. Wallaard en museumdirecteur René Fraaije zijn daar blij mee, ook al is het museum noodgedwongen nog dicht wegens de lockdown. “Meestal is wetenschap heel ver weg van de maatschappij, maar dankzij de aandacht staan we er middenin!”, ziet Wallaard.
En met de vele dinoresten die in het Oertijdmuseum nog liggen te wachten op verder onderzoek- en prepareerwerk is het niet uitgesloten dat er nog meer dinosoorten op Boxtelse bodem ontdekt worden. Bijvoorbeeld de dino Aurora, ook bestempeld als Diplodocus, vertoont voor die soort ook ongebruikelijke kenmerken. Wordt vervolgd dus…