Deken Wilhelmus van Gennip (1836-1916), in 1910 geschilderd in Peinture Bogaerts.
Deken Wilhelmus van Gennip (1836-1916), in 1910 geschilderd in Peinture Bogaerts. Foto: Rini van Oirschot.

Peinture Bogaerts: schilderen met fototechnieken

MuBo 10 jaar

Peinture Bogaerts maakte tussen 1891 en 1938 faam met schilderijen waarbij gebruik werd gemaakt van fototechnieken. Harrie van den Berg weet er alles van en vertelt zondag 14 april vanaf 14.00 uur in museum MuBo aan de Baroniestraat alles over deze Boxtelse ‘kunstinrichting’. 

Bekende kunstschilders als Jan Kruijsen, Pierre Janssen en Franz Knirsch startten hun carrière bij Peinture Bogaerts. Het bedrijf werd geleid door vier broers. Zij maakten gebruik van de patenten van hun vader Henri Bogaerts. Deze Bossche drukker en uitgever was een van de voormannen van de katholieke emancipatie in de jaren ‘60 en ‘70 van de 19e eeuw.
De drukkerij ging in 1884 failliet, waarna Bogaerts verderging met grafische technieken. Hij ontdekte en patenteerde een methode om met fotografie een afbeelding vast te leggen op canvas. Deze wordt daarna met olieverf overgeschilderd en is bijna niet van een origineel schilderij te onderscheiden.

Loopbaan
Zijn zonen begonnen daarop in Boxtel het bedrijf waar duizenden portretten en reproducties van uitzonderlijke kwaliteit werden vervaardigd. Kunstschilders Kruijsen, Janssen en Knirsch begonnen er ook hun loopbaan met het overschilderen van de afbeeldingen.

Uit de krant