Het wedstrijdteam van brandweer Boxtel. Boven vlnr: Wilbert van der Pasch, Marcel van Pinxteren, Thea Kluijtmans, Emiel van de Ven, Jan-Peter de Pagter. Onder vlnr: Jasper Derks, Bob Leermakers, Nicky Roestenburg.
Het wedstrijdteam van brandweer Boxtel. Boven vlnr: Wilbert van der Pasch, Marcel van Pinxteren, Thea Kluijtmans, Emiel van de Ven, Jan-Peter de Pagter. Onder vlnr: Jasper Derks, Bob Leermakers, Nicky Roestenburg.

Brandweer Boxtel klaar voor vaardigheidstoets

Algemeen

Boxtel - Brandweer Boxtel doet 26 september mee aan de finale van de landelijke brandweerwedstrijden in de klasse ‘112’. De brandweerpost hoort daarmee sowieso bij de negen beste teams van het land.

“Deze wedstrijdploeg is nu zes jaar samen, een kleine variatie daar gelaten”, zegt brandweerman Emiel van de Ven. Binnen het team hebben enkel de chauffeur en bevelvoerder een vaste rol. De rest van het zeskoppige team heeft een wisselende rol. Ook zijn er twee reserves, waardoor het wedstrijdteam altijd met zes personen kan opereren.

Dat de post Boxtel tot de beste posten behoort bij de wedstrijden, wil overigens niet zeggen dat je in andere plaatsen pech hebt wanneer er brand is. De wedstrijden komen bovenop de standaard vaardigheidstrainingen.

Naast de reguliere oefening traint de wedstrijdploeg nog drie tot vier extra momenten voor de 112-wedstrijden. Thea Kluijtmans, momenteel de enige vrouw in de wedstrijdploeg, verduidelijkt dit: “Bij 112-wedstrijden, die eigenlijk vaardigheidstoeten heten, weet je van tevoren niet wat je te wachten staat. Bij een hogedrukwedstrijd is dat wel het geval. Hogedrukwedstrijden vormen een andere klasse binnen de vaardigheidstoetsen.”

“Er heerst een gezonde competitie tussen de brandweerteams”, zegt brandweerman Jan-Peter de Pagter. “We gaan voor een gezellige dag, maar doen natuurlijk wel mee om te winnen”, vult Van de Ven aan. “Maar we hebben onze groene handdoeken zaterdag mee hoor!”, refereert brandweerman Marcel van Pinxteren aan het groepsbijgeloof. “Wat dat betreft lijkt het wel op sport.”

De wedstrijden benaderen volgens het team het beste het gevoel van een echte inzet. Beter nog dan de reguliere oefeningen. Dat komt volgens Kluijtmans door de adrenaline en de tijdsdruk die erop staan. Ook in die zin lijken de vaardigheidstoetsen dus op een sportwedstrijd.

De jury, die bestaat uit ervaren brandweerlieden, maakt een rapport op waar de ploegen dan tekst en uitleg over krijgen. “Zo kunnen we ook leren van de wedstrijden”, verduidelijkt Van de Ven. “De wedstrijden zijn bovendien goed voor de teamspirit”, besluit hij. “Die saamhorigheid is belangrijk bij de brandweer. Je moet blind op elkaar kunnen vertrouwen bij een echte inzet”, vervolgt Kluijtmans.

Saamhorigheid is er wel bij de brandweer. “Oud-leden van de wedstrijdploeg, of zelfs van de brandweer komen nog regelmatig een kijkje nemen op de kazerne. Ook zijn de oudgedienden niet te beroerd om tips of (opbouwende) kritiek te geven”, legt brandweerman Nicky Roestenburg uit.

Op de vraag of het soms ook mis gaat bij een wedstrijd, roept de groep in koor: “Andere vraag!” Maar na wat vissen komt het frietpanverhaal. “De ensceneringsmiddelen leken op frietpannen. Daarom benaderden wij die als een brandende frietpan, terwijl dat niet de bedoeling was”, vertellen Marcel en Thea. Dat leverde een ‘ko’ (kardinale onvoldoende) op. “Daarmee kom je altijd tien punten onder de laagst scorende ploeg te staan”, licht bevelvoerder Bob Leermakers toe.

De wedstrijden betekenen vroeg opstaan voor de brandweerlieden: “Zaterdag komen we om 5.15 uur samen op de kazerne en we verwachten laat in de avond weer terug te zijn”, zegt Bob Leermakers. Toch staat volgens allen het plezier maken voorop. “We hebben een snoeppot met daarin een kilo snoep. Die noemen wij de ‘prestatiepot’ als we winnen, en de ‘frustratiepot’ als we verliezen. Hoe dan ook, die pot gaat op”, besluit Leermakers.

Uit de krant